Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

voorleggen

betekenis & definitie

voorleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: voor-leg-gen

1. voor iemand neerleggen
♢ de notaris legde het testament voor om te tekenen
2. je plannen uiteenzetten
ik wil dit idee graag even aan je voorleggen

Regelmatig werkwoord: voor-leg-gen
ik leg voor (... ik voorleg)
jij/u legt voor (... jij voorlegt)
hij/zij legt voor (... hij voorlegt)
wij/zij/jullie leggen voor (... wij voorleggen)
ik/jij/u/hij/zij legde voor (... ik voorlegde)
wij/zij/jullie legden voor (... wij voorlegden)
hij heeft voorgelegd
de/het/een voorgelegde ....
voorleggend, voorleggende cbuxt