vlot - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. wat snel of gemakkelijk verloopt
♢ ik werd vlot geholpen in die winkel
2. gemakkelijk in de omgang
♢ mijn nicht is een vlotte meid
3. leuk en modern
♢ wat een vlot jasje draag je!
1. geheel van aan elkaar gebonden planken of stammen
♢ met een vlot zakte hij de rivier af
Bijvoeglijk naamwoord: vlot
... is vlotter dan ...
het vlotst
de/het vlotte ...
iets vlots
Zelfstandig naamwoord: vlot
het vlot
de vlotten
het vlotje
Synoniemen
los
Tegenstellingen
antiek, ouderwets, star, stroef
Gepubliceerd op 30-11-2017
vlot
betekenis & definitie