verhuizen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-hui-zen
1. in een ander huis gaan wonen
♢ onze buren verhuizen naar Haarlem
1. de boeken verhuizen naar een andere kast
[worden in een andere kast gezet]
2. zijn spullen overbrengen naar een andere woning
♢ welk bedrijf heeft jullie verhuisd?
Regelmatig werkwoord: ver-hui-zen
ik verhuis
jij/u verhuist
hij/zij verhuist
wij/zij/jullie verhuizen
ik/jij/u/hij/zij verhuisde
wij/zij/jullie verhuisden
hij is verhuisd
de/het/een verhuisde ....
Synoniemen
verkassen
Gepubliceerd op 14-11-2017
verhuizen
betekenis & definitie