Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

verbaal

betekenis & definitie

verbaal - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: ver-baal

1. door te praten, woorden te gebruiken
♢ Regina bracht verbaal verslag uit van de vergadering
2. wat het spreken betreft
♢ Dewi is verbaal erg begaafd
3. afgeleid van een werkwoord
♢ (de) 'val' is het verbale substantief van 'vallen'

1. verslag van een wetsovertreding
♢ het maken van een verbaal kost deze agent een dagdeel
2. een ambtshalve opgemaakt verslag
♢ ik mocht het verbaal van de zitting nog eens doorlezen

Bijvoeglijk naamwoord: ver-baal
... is verbaler dan ...
de/het verbale ...

Zelfstandig naamwoord: ver-baal
het verbaal
de verbalen
het verbaaltje

Synoniemen
mondeling, oraal

Tegenstellingen
schriftelijk