uithongeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-hon-ge-ren
1. door gebrek aan voedsel heel zwak laten worden
♢ tijdens de bezetting zijn veel Nederlanders uitgehongerd
Regelmatig werkwoord: uit-hon-ge-ren
ik honger uit (... ik uithonger)
jij/u hongert uit (... jij uithongert)
hij/zij hongert uit (... hij uithongert)
wij/zij/jullie hongeren uit (... wij uithongeren)
ik/jij/u/hij/zij hongerde uit (... ik uithongerde)
wij/zij/jullie hongerden uit (... wij uithongerden)
hij heeft uitgehongerd
de/het/een uitgehongerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
uithongeren
betekenis & definitie