Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

uitbouwen

betekenis & definitie

uitbouwen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-bou-wen

1. groter maken
♢ in de toekomst zal de stad verder uitgebouwd worden
2. vergroten door er aan de buitenzijde een stuk aan te bouwen
♢ we kunnen de keuken nog een stuk uitbouwen

Regelmatig werkwoord: uit-bou-wen
ik bouw uit (... ik uitbouw)
jij/u bouwt uit (... jij uitbouwt)
hij/zij bouwt uit (... hij uitbouwt)
wij/zij/jullie bouwen uit (... wij uitbouwen)
ik/jij/u/hij/zij bouwde uit (... ik uitbouwde)
wij/zij/jullie bouwden uit (... wij uitbouwden)
hij heeft uitgebouwd
de/het/een uitgebouwde ....

Synoniemen
vergroten

Tegenstellingen
verkleinen