uitbouw - zelfstandig naamwoord
uitspraak: uit-bouw
1. gedeelte aan een huis of gebouw dat uitsteekt
♢ we hebben een uitbouw gemaakt in de tuin
Zelfstandig naamwoord: uit-bouw
de uitbouw
de uitbouwen
het uitbouwtje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk