toekomst - zelfstandig naamwoord
uitspraak: toe-komst
1. tijd die nog komt
♢ niemand weet wat de toekomst brengen zal
1. in de toekomst wil ik gaan studeren
[ooit doe ik dat]
2. dat bedrijf heeft geen toekomst
[het zal niet lang bestaan]
Zelfstandig naamwoord: toe-komst
de toekomst
Synoniemen
verschiet
Tegenstellingen
verleden
Gepubliceerd op 14-11-2017
toekomst
betekenis & definitie