toosten - regelmatig werkwoord
uitspraak: toos-ten
1. je glas tegen dat van iemand anders tikken om geluk te wensen
♢ zullen we even toosten op het bruidspaar?
Regelmatig werkwoord: toos-ten
ik toost
jij/u toost
hij/zij toost
wij/zij/jullie toosten
ik/jij/u/hij/zij toostte
wij/zij/jullie toostten
hij heeft getoost
toostend, toostende
Synoniemen
klinken, proosten
Gepubliceerd op 14-11-2017
toosten
betekenis & definitie