Werkwoorden vervoegen
toosten (een heildronk uitbrengen)
Tegenwoordige tijd toosten
Ik toost
Jij toost
toost jij?
U toost
Hij/Zij/Het toost
Wij toosten
Jullie toosten
Zij toosten
Verleden tijd van toosten
Ik toostte
Jij/U toostte
Hij/Zij/Het toostte
Wij toostten
Jullie toostten
Zij toostten
Voltooid deelwoord van toosten
getoost
Tegenwoordig deelwoord van toosten
toostend