sprinten - regelmatig werkwoord
uitspraak: sprin-ten
1. een kort stuk heel hard rennen
♢ op de lange afstand is Ernst niet zo goed, maar hij kan wel goed sprinten
Regelmatig werkwoord: sprin-ten
ik sprint
jij/u sprint
hij/zij sprint
wij/zij/jullie sprinten
ik/jij/u/hij/zij sprintte
wij/zij/jullie sprintten
hij heeft gesprint
sprintend, sprintende
Synoniemen
spurten
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk