sprinten
sprinten - Werkwoord 1. (inerg) een kort stuk hard rennen ♢ Er werd die middag niet gesprint omdat het hard regende. 2. ergatief een kort stuk hard ergens heen rennen ♢ Hij sprintte naar de overkant.
Wiktionary (2019)
sprinten - Werkwoord 1. (inerg) een kort stuk hard rennen ♢ Er werd die middag niet gesprint omdat het hard regende. 2. ergatief een kort stuk hard ergens heen rennen ♢ Hij sprintte naar de overkant.
Muiswerk Educatief (2017)
sprinten - regelmatig werkwoord uitspraak: sprin-ten 1. een kort stuk heel hard rennen ♢ op de lange afstand is Ernst niet zo goed, maar hij kan wel goed sprinten Regelmatig werkwoord: sprin-ten ik sprint ...
Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)
sprinten: spurten, op topsnelheid rijden over een korte afstand. De echte eindsprint van de snelle mannen op de weg begint vanaf ongeveer 300 meter voor de meet.
Marc de Coster (2009)
Het snel rijden over korte afstand. Het is niet altijd de snelste renner die de wedstrijd beslist, meestal wel de slimste. Explosieve kracht, zelfvertrouwen, timing en koersinzicht zijn erg belangrijk. Kijk ook onder eindsprint. Op iets minder dan een halve kilometer begon de 24-jarige aan de rechterkant van de weg te sprinten. (Het Parool, 03/10/1...
Jan Luitzen (2009)
(onov ww; sprintte; h. gesprint) - hard fietsen over een korte afstand, syn. (Belg.N.) spurten
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. to sprint] wedrennen op korte afstand; ook: plotseling snelheid verhogen bij wedstrijd (vooral op het einde).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: