spook - zelfstandig naamwoord
1. persoon zonder lichaam
♢ ze dacht dat ze een spook gezien had
1. spoken zien
[bang zijn voor denkbeeldige gevaren]
2. vervelend meisje
♢ dat spook van Jansen gooide bedierf het feest weer
1. spoken zien
[dingen zien die er niet zijn]
Zelfstandig naamwoord: spook
de spook
de spoken
het spookje
Synoniemen
geest
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk