slank - bijvoeglijk naamwoord
1. tamelijk dun, maar niet mager
♢ de moeder van Ilse is slank
1. zo slank als een den
[heel slank]
Bijvoeglijk naamwoord: slank
... is slanker dan ...
het slankst
de/het slanke ...
iets slanks
Tegenstellingen
corpulent, dik, gezet, gezwollen, lijvig, opgezet, opgezwollen, zwaarlijvig
Gepubliceerd op 14-11-2017
slank
betekenis & definitie