schransen - regelmatig werkwoord
uitspraak: schran-sen
1. gulzig eten
♢ Mohammed heeft weer lekker zitten schransen van het maal
Regelmatig werkwoord: schran-sen
ik schrans
jij/u schranst
hij/zij schranst
wij/zij/jullie schransen
ik/jij/u/hij/zij schranste
wij/zij/jullie schransten
hij heeft geschranst
schransend, schransende
Synoniemen
bunkeren, kanen, schrokken
Gepubliceerd op 14-11-2017
schransen
betekenis & definitie