Wat is de betekenis van schransen?

2025-02-12
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-12
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schransen

gulzig of veel eten. Voorbeelden: Een snoepreisje naar Apulië. Drie dagen zat hij in een jury die de beste dranken en gerechten moest proeven en punten geven. Drie dagen schransen en zuipen. Wie zou niet naar zo'n luilekkerland willen? Chris De Stoop, Zij kwamen uit het Oosten, 2003 Hij haalde een tafeltje naar buite...

2025-02-12
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schransen

schransen - regelmatig werkwoord uitspraak: schran-sen 1. gulzig eten ♢ Mohammed heeft weer lekker zitten schransen van het maal Regelmatig werkwoord: schran-sen ik schrans jij/u schrans...

2025-02-12
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schransen

v., skrânz(j)e, buffelje, sn(o)askje, snoskje, snasje, plúzje, smûz(j)e, dikkedakke, dikdakje.

2025-02-12
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-02-12
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schransen

(schranste, heeft geschranst), met welbehagen, overvloedig eten, zich te goed doen: hij kan duchtig schransen.

2025-02-12
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schransen

schranste, h. geschranst (met welbehagen, overvloedig, gretig eten, buffelen).

2025-02-12
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schransen

('schransən) (schranste, heeft geschranst) veel, gulzig en met smaak eten en drinken : van- houden. Syn. → dineren.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-12
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schransen

(schranste, heeft geschranst), met welbehagen, overvloedig eten, zich te goed doen.