rok - zelfstandig naamwoord
1. kledingstuk voor vrouwen dat vanaf het middel over de benen valt
♢ de danseres droeg een wijde rok
1. het hemd is nader dan de rok
[je doet eerder iets voor familie dan voor vreemden]
2. aan moeders rokken hangen
[niet zelfstandig zijn]
Zelfstandig naamwoord: rok
de rok
de rokken
het rokje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk