Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

hemd

betekenis & definitie

hemd - zelfstandig naamwoord

1. kledingstuk voor op je blote bovenlijf
♢ doe een hemd aan onder je trui, het is koud!
1. iemand in zijn hemd zetten
[hem voor gek zetten]
2. zij vroeg hem het hemd van zijn lijf
[hoorde hem helemaal uit]
3. geen hemd aan het lijf hebben
[straatarm zijn]
4. nat zijn tot op het hemd
[drijfnat]
5. het hemd is nader dan de rok
[men is eerder geneigd iets voor familie te doen dan voor anderen]
2. kledingstuk van dunne stof met knopen aan de voorkant
♢ hij droeg een lichtblauw hemd met een wit kraagje

Zelfstandig naamwoord: hemd
het hemd
de hemden
het hemdje

< >