rijkelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: rij-ke-lijk
1. erg, zeer
♢ je bent weer rijkelijk laat hoor!
2. in flinke hoeveelheid, meer dan genoeg
♢ Derek is rijkelijk beloond voor zijn inzet
Bijvoeglijk naamwoord: rij-ke-lijk
... is rijkelijker dan ...
het rijkelijkst
de/het rijkelijke ...
Synoniemen
danig, royaal, ruim
Gepubliceerd op 14-11-2017
rijkelijk
betekenis & definitie