reproduceren

betekenis & definitie

reproduceren - regelmatig werkwoord
uitspraak: re-pro-du-de-ren

1. nog een keer zeggen of doen
♢ de resultaten van die proef zijn gereproduceerd
1. zich reproduceren
[zich voortplanten]
2. zo maken dat het op het voorbeeld lijkt
♢ een vervalser heeft dat beroemde schilderij gereproduceerd

Regelmatig werkwoord: re-pro-du-de-ren
ik reproduceer
jij/u reproduceert
hij/zij reproduceert
wij/zij/jullie reproduceren
ik/jij/u/hij/zij reproduceerde
wij/zij/jullie reproduceerden
hij heeft gereproduceerd
de/het/een gereproduceerde ....

Synoniemen
herhalen, kopiëren, namaken, overdoen, repeteren, vervalsen