Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

zeggen

betekenis & definitie

zeggen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: zeg-gen

1. het mondeling onder woorden brengen
hij zegt dat hij geen tijd heeft
1. zo gezegd, zo gedaan
[het is gebeurd zoals het was afgesproken]
2. zeg ....
[luister eens]
3. zeg dat wel!
[inderdaad]
4. daar is veel voor te zeggen
[dat is een goed idee]
5. nee zeggen
[weigeren]
6. het voor het zeggen hebben
[de baas zijn]
7. eerlijk gezegd
[als ik eerlijk ben]
8. hij zegt van wel
[dat het wel zo is]
9. doe wat je zegt, dan lieg je niet (TB)
[hou je aan je woord]
2. betekenen
♢ dat wil zeggen: je bent geslaagd
1. dat zegt me niets
[dat betekent niets voor me]

Onregelmatig werkwoord: zeg-gen
ik zeg
jij/u zegt
hij/zij zegt
wij/zij/jullie zeggen
ik/jij/u/hij/zij zei
wij/zij/jullie zeiden
hij heeft gezegd
de/het/een gezegd ....
zeggend, zeggende

Synoniemen
opmerken