repeteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: re-pe-te-ren
1. nog een keer zeggen of doen
♢ de woordjes van deze les moet je vaak repeteren
2. het instuderen van een muziek- of toneelstuk
♢ het orkest repeteerde elke week drie uur
Regelmatig werkwoord: re-pe-te-ren
ik repeteer
jij/u repeteert
hij/zij repeteert
wij/zij/jullie repeteren
ik/jij/u/hij/zij repeteerde
wij/zij/jullie repeteerden
hij heeft gerepeteerd
de/het/een gerepeteerde ....
repeterend, repeterende
Synoniemen
herhalen, overdoen, reproduceren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk