Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

ras

betekenis & definitie

ras - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

1. met grote vaart
♢ met rasse schreden komen de feestdagen dichterbij
1. met rasse schreden naderen
[snel dichterbij komen]

1. groep mensen of dieren met ongeveer dezelfde erfelijke kenmerken
♢ die zware paarden zijn van het Friese ras
1. een rasartiest
[in alle opzichten een artiest]
2. het blanke ras
[met een lichte huidskleur]
3. gekleurde rassen
[mensen met een niet-blanke huidskleur]
2. groep mensen die zich op andere wijze onderscheidt
♢ hij behoorde tot het ras van de zeevaarders
1. een uitstervend ras zijn
[bij de mensen met een zeer goed karakter horen]

Bijvoeglijk naamwoord: ras
de/het rasse ...

Zelfstandig naamwoord: ras
het ras
de rassen

Synoniemen
gauw, hard, ijlings, snel

Tegenstellingen
langzaam, traag