Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

praktijk

betekenis & definitie

praktijk - zelfstandig naamwoord
uitspraak: prak-tijk

1. het doen, het uitoefenen
♢ het idee is mooi, maar werkt het ook in de praktijk?
1. het in de praktijk brengen
[het doen]
2. werkkring van dokter of advocaat
♢ de dokter heeft een nieuwe praktijk geopend
1. hij heeft een grote praktijk
[veel patiënten of cliënten]
3. nare manier van doen
♢ ik ben niet gediend van die praktijken

Zelfstandig naamwoord: prak-tijk
de praktijk
de praktijken
het praktijkje

Tegenstellingen
theorie