praktijk - zelfstandig naamwoord
uitspraak: prak-tijk
1. het doen, het uitoefenen
♢ het idee is mooi, maar werkt het ook in de praktijk?
1. het in de praktijk brengen
[het doen]
2. werkkring van dokter of advocaat
♢ de dokter heeft een nieuwe praktijk geopend
1. hij heeft een grote praktijk
[veel patiënten of cliënten]
3. nare manier van doen
♢ ik ben niet gediend van die praktijken
Zelfstandig naamwoord: prak-tijk
de praktijk
de praktijken
het praktijkje
Tegenstellingen
theorie
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk