Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

praktisch

betekenis & definitie

praktisch - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
uitspraak: prak-ties

1. wat met het doen te maken heeft
praktisch is hij heel goed, theoretisch niet
1. dat is praktisch niet uitvoerbaar
[je kunt het niet doen]
2. handig of doelmatig
♢ haar aanpak is erg praktisch

1. nog net niet helemaal
♢ ik ben praktisch klaar met het werk

Bijvoeglijk naamwoord: prak-ties
... is praktischer dan ...
de/het praktische ...
iets praktisch

Bijwoord: prak-ties

Tegenstellingen
theoretisch

< >