Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

doen

betekenis & definitie

doen - onregelmatig werkwoord

1. eraan werken, het uitvoeren
wie doet de vaat vanavond?
1. iets van hem gedaan krijgen
[ervoor zorgen dat hij het doet]
2. zo gezegd zo gedaan
[zoals we het afgesproken hadden doen we het]
3. niets aan te doen!
[er is niets aan te veranderen]
4. het is met hem gedaan
[hij is dood of verloren]
5. dat is niks gedaan
[waardeloos]
2. het werk verrichten waarvoor het bedoeld is
♢ de auto doet het weer
3. veroorzaken dat het gebeurt
♢ dat doet me denken aan vroeger
4. maken dat het erin of erop gaat
♢ ik doe suiker in mijn koffie

Algemene uitdrukkingen:
1. iemand een plezier doen
[ervoor zorgen dat hij plezier heeft]
2. ik kon er niets aan doen
[het was mijn schuld niet]
3. doen alsof
[toneelspelen]
4. dat doet er niet toe
[dat is onbelangrijk]
5. ik heb met hem te doen
[ik heb medelijden met hem]
6. daar is het haar om te doen
[daar doet ze het voor]
7. voor zijn doen
[in vergelijking met hoe hij anders is]
8. het kind is uit zijn doen
[in de war]
9. zijn doen en laten
[zijn manier van leven]
10. een poging doen
[het proberen]
Onregelmatig werkwoord: doen
ik doe
jij/u doet
hij/zij doet
wij/zij/jullie doen
ik/jij/u/hij/zij deed
wij/zij/jullie deden
hij heeft gedaan
de/het/een gedane ....

Synoniemen
beoefenen, functioneren, laten, werken

Tegenstellingen
laten, nalaten, weigeren