plunderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: plun-de-ren
1. met geweld leegroven of kapot maken
♢ de soldaten plunderden de streek waar ze doorheen kwamen
1. de ijskast plunderen
[alles wat eetbaar is eruit halen]
Regelmatig werkwoord: plun-de-ren
ik plunder
jij/u plundert
hij/zij plundert
wij/zij/jullie plunderen
ik/jij/u/hij/zij plunderde
wij/zij/jullie plunderden
hij heeft geplunderd
de/het/een geplunderde ....
plunderend, plunderende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk