pluis - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. vers en onbedorven
♢ deze vis kun je niet eten, hij is niet pluis
2. in orde, veilig
♢ ga niet 's avonds laat door deze buurt, het is er niet pluis
1. plukje van een stof, dat weinig weegt
♢ er zaten allemaal pluisjes op zijn trui
Bijvoeglijk naamwoord: pluis
Zelfstandig naamwoord: pluis
de pluis
de pluizen
het pluisje
Synoniemen
vlok
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk