Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

pikken

betekenis & definitie

pikken - regelmatig werkwoord
uitspraak: pik-ken

1. hem raken met een puntig voorwerp
♢ Herwin pikt mij met zijn vork
2. stiekem nemen wat niet van jou is
♢ ik heb een koekje uit de trommel gepikt
3. met snelle bewegingen opnemen
♢ de kippen pikken het voer van de vloer

Regelmatig werkwoord: pik-ken
ik pik
jij/u pikt
hij/zij pikt
wij/zij/jullie pikken
ik/jij/u/hij/zij pikte
wij/zij/jullie pikten
hij heeft gepikt
de/het/een gepikte ....
pikkend, pikkende

Synoniemen
afpikken, bestelen, gappen, inpikken, jatten, snaaien, steken, stelen, wegnemen