pil - zelfstandig naamwoord
1. geneesmiddel in de vorm van schijfje of bolletje
♢ je moet die pillen innemen, zegt de dokter
1. ik kreeg een bittere pil te slikken
[iets moeilijks te verwerken]
2. de pil vergulden
[iets vervelends minder erg laten lijken]
2. middel om te voorkomen dat je zwanger wordt
♢ gebruik je de pil?
1. ze is aan de pil
[ze gebruikt de anticonceptiepil]
Zelfstandig naamwoord: pil
de pil
de pillen
het pilletje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk