Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

raken

betekenis & definitie

raken - regelmatig werkwoord
uitspraak: ra-ken

1. hem een klap, schot of stoot toebrengen
♢ de kogel raakte hem in de schouder
2. hem ontroeren
♢ zijn opmerking raakte me erg
1. lichtgeraakt zijn
[snel beledigd zijn, boos worden]
2. dat raakt hem niet
[dat doet hem niets, laat hem onverschillig]
3. het worden
♢ hij raakte totaal overstuur
1. slaags raken
[gaan vechten]
4. tegen iets of iemand aankomen
♢ de ballon raakte de grond

Algemene uitdrukkingen:
1. we zullen hem eens flink raken
[veel alcohol drinken]
Regelmatig werkwoord: ra-ken
ik raak
jij/u raakt
hij/zij raakt
wij/zij/jullie raken
ik/jij/u/hij/zij raakte
wij/zij/jullie raakten
hij heeft geraakt
de/het/een geraakte ....

Synoniemen
treffen

Tegenstellingen
missen