Wat is de betekenis van gappen?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gappen

(1858) (< Jidd. chapac, grijpen) (inf.) stelen. Vgl. jatten*. • Pere en appele möch je wel gappe, - of maakte de boere die soms zelf? (M.J. Brusse: Boefje. 1903) • En as ik dan in 't dorp kom, zal ik wat brood en zaad voor ze gappe... (Chr. van Abkoude: De circusclown of de lotgevallen van Daantje. 1931) • Toch gaan ik! Al...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gappen

gappen - Werkwoord 1. (ov) (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen, stelen, pikken Het bleek dat zijn mobieltje gegapt was door Ronald. Woordherkomst Herkomst: Bargoens Synoniemen stelen, jatten, klauwen, pikken

2024-03-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

gappen

stelen, pakken In 1858 voor het eerst opgetekend, in het levensverhaal dat ‘een ontslagen gevangene’ vertelde aan mr. C.J.N. Nieuwenhuis. Er is hier sprake van gegabte moos voor ‘gestolen geld’. Vervolgens opgenomen in een lijstje met ‘Bargoens en dieventaal’ in het Geïllustreerd Politie nieuws van 1874, in de vorm gegapte en m...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gappen

gappen - regelmatig werkwoord uitspraak: gap-pen 1. stiekem nemen wat niet van jou is ♢ ik heb wel eens een appel bij de buren gegapt Regelmatig werkwoord: gap-pen ik gap jij/u gapt...