Wat is de betekenis van pikken?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pikken

1) (18e eeuw) (inf.) copuleren, neuken. • Hy maakt het Meisjen met 't Kind, En doen z'em dat kwam zeggen, wou hy ze geen splint Tot onkosten van de Kraam geven; daar-en-boven Moet zy 't liegen. … 'k Wil mijn Hals verbeuren, als hy ze niet gepikt Heeft. (De Gewaande Weuwenaar, met het Bedroge Kermis-Kind. 1709, geciteerd in WNT) 2...

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pikken

pikken - regelmatig werkwoord uitspraak: pik-ken 1. hem raken met een puntig voorwerp ♢ Herwin pikt mij met zijn vork 2. stiekem nemen wat niet van jou is ♢ ik heb een koekje uit de trommel gepi...

2024-04-18
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

pikken

(met een puntig voorwerp pakken), 1. stelen: Hij leerde ze ... hoe met cape en wijde jas om, makkelijk te pikken viel aan drukke stalletjes en in winkels, QUERIDO 4, 102; 2. (jenever) drinken: Jongins, eintje pikke op de gesondhaad fèn me botboer! SMIS1 39; 3. knikkeren, zie pikkertje: Wat was het toch fijn, dat hij zo goed pikken kon! Pats...

2024-04-18
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Pikken

pakken, tot zich nemen gezegd van een ontspannende activiteit: een bioscoopjepikken‘naar de bioscoop gaan’; een stadje pikken ‘uitgaan in de stad’ een zonnetje pikken‘in de zon gaan zitten’. In Rotterdam is een Blakiepikken ‘winkelen op de Blaak’. Informele uitdr. Zij hield van hakketakken op d’r naaste bloedverwanten, van winkeltjes kijken en bio...

2024-04-18
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

pikken

In de Middeleeuwen is de verwensing de pikken op je vlais overgeleverd. Een vroeger veel gebruikte en ook nu nog niet vergeten naam voor de duivel, is pikken. Wij kennen nog [i]Heintje Pik. Pikken[/i] is waarschijnlijk het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord van pik dat als zelfstandig naamwoord gebruikt wordt en dus eigenl...

2024-04-18
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pikken

1. Van spijzen, dranken enz.: een prikkelend gevoel veroorzaken, prikkelen, pikant zijn. Bij het lamplicht werd er gulzig verkensgebraad met patatfrit gegeten, dat de dikke vrouw van Fransoo had gereedgemaakt, en kundig bereid met pikkende sausen, kruidnagel, laurierblad en smakelijke thymus, TIMMERMANS 1966, 231. 2. Van brandnetels, doornen enz.:...

2024-04-18
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Pikken

Voor maaien met zicht en welhaak wordt in Z.Ned. de uitdrukking: pikken met pik en pikhaak gebruikt. De hoeveelheid halmen, die de pikker met zijn pikhaak bijeenbrengt, heet pikkeling.

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pikken

v., pikke.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)