overschatten - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-schat-ten
1. denken dat hij meer of beter of moeilijker is dan in werkelijkheid
♢ de juf overschat Paul volgens mij
Regelmatig werkwoord: o-ver-schat-ten
ik overschat
jij/u overschat
hij/zij overschat
wij/zij/jullie overschatten
ik/jij/u/hij/zij overschatte
wij/zij/jullie overschatten
hij heeft overschat
de/het/een overschatte ....
overschattend, overschattende
Tegenstellingen
onderschatten
Gepubliceerd op 14-11-2017
overschatten
betekenis & definitie