overschatten
overschatten - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-schat-ten 1. denken dat hij meer of beter of moeilijker is dan in werkelijkheid ♢ de juf overschat Paul volgens mij Regelmatig werkwoord: o-ver-schat-ten ik oversc...
Muiswerk Educatief (2017)
overschatten - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-schat-ten 1. denken dat hij meer of beter of moeilijker is dan in werkelijkheid ♢ de juf overschat Paul volgens mij Regelmatig werkwoord: o-ver-schat-ten ik oversc...
Direct toegang tot alle 6 resultaten over overschatten?
Van Dale Uitgevers (1950)
I. (schatte over, heeft overgeschat), opnieuw, nog eens schatten: mijn inboedel moet overgeschat worden; II. (overschatte, heeft overschat), te hoge waarde aan iets of iem. toekennen: ik heb u overschat; zich overschatten.
M. J. Koenen's (1937)
1 schatte over, h. o'vergeschat (opnieuw schatten): de waarde der landerijen eens overschatten 2 overschat'te, h. overschat' (een te hoge dunk hebben van): zijn krachten overschatten; overschatting v.
Jozef Verschueren (1930)
1. ('o:vər) (schatte over, heeft overgeschat) opnieuw schatten : de waarde van een stuk grond -. \ 2. ('schattən) (overschatte, heeft overschat) te hoog schatten : zijn krachten -. Tgst. geringschatten.
J.H. van Dale (1898)
Overschatten (overschatte, heeft overschat), te hoog schatten: hij heeft zijne krachten overschat; — (schatte over, heeft overgeschat), opnieuw, nog eens schatten: mijn inboedel moet overgeschat worden. OVERSCHATTING, v. het overschatten: overschatting aanvragen (voor de belasting); te hooge schatting.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: