Wat is de betekenis van overschatten?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overschatten

overschatten - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-schat-ten 1. denken dat hij meer of beter of moeilijker is dan in werkelijkheid ♢ de juf overschat Paul volgens mij Regelmatig werkwoord: o-ver-schat-ten ik oversc...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overschatten

v., oerskatte, to heech hawwe, oanslaen, to heech opsjen by.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overschatten

I. (schatte over, heeft overgeschat), opnieuw, nog eens schatten: mijn inboedel moet overgeschat worden; II. (overschatte, heeft overschat), te hoge waarde aan iets of iem. toekennen: ik heb u overschat; zich overschatten.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overschatten

1 schatte over, h. o'vergeschat (opnieuw schatten): de waarde der landerijen eens overschatten 2 overschat'te, h. overschat' (een te hoge dunk hebben van): zijn krachten overschatten; overschatting v.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overschatten

1. ('o:vər) (schatte over, heeft overgeschat) opnieuw schatten : de waarde van een stuk grond -. \ 2. ('schattən) (overschatte, heeft overschat) te hoog schatten : zijn krachten -. Tgst. geringschatten.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overschatten

Overschatten (overschatte, heeft overschat), te hoog schatten: hij heeft zijne krachten overschat; — (schatte over, heeft overgeschat), opnieuw, nog eens schatten: mijn inboedel moet overgeschat worden. OVERSCHATTING, v. het overschatten: overschatting aanvragen (voor de belasting); te hooge schatting.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)