overdonderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-don-de-ren
1. iemand met grote woorden tot zwijgen brengen
♢ hij overdonderde haar met zijn mooie verhaal
Regelmatig werkwoord: o-ver-don-de-ren
ik overdonder
jij/u overdondert
hij/zij overdondert
wij/zij/jullie overdonderen
ik/jij/u/hij/zij overdonderde
wij/zij/jullie overdonderden
hij heeft overdonderd
de/het/een overdonderde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
overdonderen
betekenis & definitie