ontploffen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ont-plof-fen
1. met een klap uit elkaar springen
♢ op een mooie dag in mei ontplofte de vuurwerkfabriek
1. hij ontplofte van kwaadheid
[was erg kwaad]
Regelmatig werkwoord: ont-plof-fen
ik ontplof
jij/u ontploft
hij/zij ontploft
wij/zij/jullie ontploffen
ik/jij/u/hij/zij ontplofte
wij/zij/jullie ontploften
hij is ontploft
de/het/een ontplofte ....
ontploffend, ontploffende
Synoniemen
exploderen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk