Werkwoorden vervoegen
ontploffen
Tegenwoordige tijd ontploffen
Ik ontplof
Jij ontploft
ontplof
U ontploft
Hij/Zij/Het ontploft
Wij ontploffen
Jullie ontploffen
Zij ontploffen
Verleden tijd van ontploffen
Ik ontplofte
Jij/U ontplofte
Hij/Zij/Het ontplofte
Wij ontploften
Jullie ontploften
Zij ontploften
Voltooid deelwoord van ontploffen
ontploft
Tegenwoordig deelwoord van ontploffen
ontploffend