manchet

betekenis & definitie

manchet - zelfstandig naamwoord
uitspraak: man-sjet

1. boord aan een mouw bij een overhemd of blouse
♢de rand van de manchet kwam net onder het jasje uit
2. schuimrand op een glas bier
♢er zat een manchet van twee centimeter op het bier

Zelfstandig naamwoord: man-sjet
de en het manchet
de manchetten
het manchetje