malen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ma-len
1. iets fijn maken
♢koffiebonen moet je eerst malen
2. niet kunnen stoppen met nadenken
♢hij ligt maar te malen over die fout
1. er niet om malen
[er niet om geven]
Regelmatig werkwoord: ma-len
ik maal
jij/u maalt
hij/zij maalt
wij/zij/jullie malen
ik/jij/u/hij/zij maalde
wij/zij/jullie maalden
hij heeft gemalen
de/het/een gemalen ....
malend, malende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk