Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

kwartje

betekenis & definitie

kwartje - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kwart-je

1. Nederlandse munt van 25 cent
vier kwartjes zijn samen een gulden
1. het kwartje is gevallen
[hij snapt het]
2. de waarde van een kwartje
♢ een ijsje kostte vroeger twee kwartjes
1. een kwartje voor je gedachten
[ik zou wel willen weten wat je denkt]
2. wie als dubbeltje geboren wordt, wordt nooit een kwartje
[het is onmogelijk om maatschappelijk op te klimmen]

Zelfstandig naamwoord: kwart-je
het kwartje
de kwartjes