Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

knak

betekenis & definitie

knak - zelfstandig naamwoord

1. aantasting waardoor het niet meer gaaf is
zijn gezondheid heeft door die operatie wel een knak gekregen
2. scherpe bocht waaraan je kunt zien dat het gebroken is
♢ in de weg zat een knak
3. kort droog geluid van het breken
♢ ik hoorde een knak toen ik door mijn enkel ging
4. breuk in een steel die nog niet helemaal door is
♢ in een van de stelen zat een knak

Zelfstandig naamwoord: knak
de knak
de knakken
het knakje

Synoniemen
beschadiging, defect, knik, krak, schade