knagen - regelmatig werkwoord
uitspraak: kna-gen
1. ergens kleine stukjes af bijten
♢ de muis heeft aan de kaas geknaagd
2. een aanhoudend vervelend gevoel ergens over hebben
♢ het lukte niet de gebeurtenis te vergeten, het bleef knagen
1. zijn geweten knaagt
[hij heeft last van zijn geweten]
Regelmatig werkwoord: kna-gen
ik knaag
jij/u knaagt
hij/zij knaagt
wij/zij/jullie knagen
ik/jij/u/hij/zij knaagde
wij/zij/jullie knaagden
hij heeft geknaagd
knagend, knagende
Synoniemen
zeuren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk