flikkeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: flik-ke-ren
1. met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt
♢ (plat) hij heeft zijn zoon het huis uit geflikkerd
2. onrustig en snel aan en uit gaan
♢ de lampjes flikkerden
Regelmatig werkwoord: flik-ke-ren
ik flikker
jij/u flikkert
hij/zij flikkert
wij/zij/jullie flikkeren
ik/jij/u/hij/zij flikkerde
wij/zij/jullie flikkerden
hij heeft geflikkerd
Synoniemen
gooien, kieperen, mikken, smijten, werpen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk