Wat is de betekenis van flikkeren?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

flikkeren

1) (1860) (plat) gooien, smijten. Syn.: besjoeren*; bonjouren*; donderen*; donderstenen*; flatsen*; flikkerstralen*; jensen*; jetsen*; jonassen*; kankeren*; ketsen*; keutelen*; kieperen*; knikkeren*; kukelen*; kwakken*; lazeren*; lazerstralen*; mieteren*; peunen*; pleuren*; rotten*; sodeflikkeren*; sodehannesen*; sodekankeren*; sodekwakken*; sodem...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flikkeren

flikkeren - Werkwoord 1. (inerg) afwisselend meer en minder of helemaal geen licht geven of terugkaatsen De lampjes blijven flikkeren. 2. (inerg), (informeel) vallen Hij is van de trap geflikkerd. 3. (ov), (informeel) gooien ...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

flikkeren

flikkeren - regelmatig werkwoord uitspraak: flik-ke-ren 1. met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt ♢ (plat) hij heeft zijn zoon het huis uit geflikkerd 2. onrustig en snel aan en uit gaan...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Flikkeren

v., flikkerje, flierkje, fljirkje fljurkje, giselje, teisterje; voor de ogen —, tipelje; -d, spril.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Flikkeren

(flikkerde, heeft en is geflikkerd), 1. op beweeglijke wijze, onrustig of telkens onderbroken, licht afgeven, vlammen of glanzen : een flikkerende vlam ; vand. ook: een flikkerende kaars; de sterren flikkeren; de zon flikkert op het water; oneig. van de ogen en de blik; flg. in toepassing op geestelijk gebied: flikkerende hoop, gee...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

flikkeren

flikkerde, h. (1, 3, 4, 5), i. (2) geflikkerd (1 van licht: op en neer gaan, niet rustig branden of licht geven; levendig bij afwisseling stralen, glanzen; 2 plat: met kracht, schielijk vallen; 3 teruggekaatst worden of terugkaatsen, v. licht; 4 nu en dan [flauw] waarneembaar zijn; 5 plat: krachtig gooien of smijten); 1. de sterren flikkeren; het f...

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Flikkeren

→ Fonkelen (der sterren).

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

flikkeren

(flikkerde, geflikkerd) [~ flakkeren] I. (heeft) 1. levendig, onrustig of bij afwisseling vlammen, stralen, glanzen: een -d vuur, licht; -de sterren, films. Syn. ➝ blinken. 2. flikkerend terugkaatsen: de sloten in de maneschijn. 3. flikkerend teruggekaatst worden: het van de zon op het water. 4. schitteren: een -de blik. 5. af en toe vlammen, st...