Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

dijk

betekenis & definitie

dijk - zelfstandig naamwoord

1. aarden wal die het land tegen het water beschermt
♢ om de leeggemalen polder loopt een dijk
1. iemand aan de dijk zetten
[ontslaan, of de verkering uitmaken]
2. een dijk van een huis, salaris, etc.
[heel groot, geweldig]

Zelfstandig naamwoord: dijk
de dijk
de dijken
het dijkje