Wat is de betekenis van Dijk?

...

...

...

1) (1966) (jeugd) gezegd van iets dat erg goed, mooi of groot is: 'een dijk van een boek, cd, film enz.' • Een dijk van een plaat, die de britse top10 wel weer niet zal halen. (Hitweek, 20/05/1966) • Van veel platen, waarvan je verwacht dat het dijken van platen zijn, worden er belachelijk weinig verkocht. (Hitweek, 18/04/1969...

dijk - Zelfstandignaamwoord 1. (waterstaat) een opgeworpen aarden wal op het land meestal bestemd als waterkering ter directe bescherming van het achterliggende land ♢ De dijk langs de rivier was erg bochtig. 2. een kunstmatig aangelegde, hoger gelegen, rechte weg door een (voormalig) moeras...

dijk - zelfstandig naamwoord 1. aarden wal die het land tegen het water beschermt ♢ om de leeggemalen polder loopt een dijk 1. iemand aan de dijk zetten [ontslaan, of de verkering uitmaken] ...

Ook: beuk, beul, bunker, os. Zeer sterke hand.

wandelpromenade Verder vind je er alles terug wat je tijdens een aangename vakantie aan de Noordzee nodig hebt: leuke restaurants, een mooie dijk en veel ontspanningsmogelijkheden. (Het Belang van Limburg) Ons zeetje, zand, casino, dijk, zon, ons zeetje, man met hond, pier, zand, ons zeetje. (Annelies Verbeke, Slaap!)...

(Bargoens) grote, seksueel erg aantrekkelijke vrouw; meer specifiek ook: een lesbische met mannelijke allure (Amerikaans slang dyke wordt in dezelfde zin gebruikt en zou wel eens afgeleid kunnen zijn van ons Nederlandse woord). Aanvankelijk had het woord een negatieve klank maar vanaf de jaren zeventig werd dijk een geuzennaam. Tegenwoordig wordt h...