dief - zelfstandig naamwoord
1. iemand die steelt
♢ een dief heeft de televisie gestolen
1. wie eens steelt, is altijd een dief
[als je een keer gestolen hebt, vertrouwen de mensen je nooit meer]
2. hem knijpen als een oude dief
[heel bang zijn]
3. de gelegenheid maakt de dief
[waarschuwing om het dieven niet te gemakkelijk te maken]
4. een dief van je eigen portemonnee zijn
[jezelf benadelen]
Zelfstandig naamwoord: dief
de dief
de dieven
het diefje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk