blootleggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: bloot-leg-gen
1. zichtbaar maken, door de bedekking weg te halen
♢ de opgravers hebben oude bouwwerken blootgelegd
Regelmatig werkwoord: bloot-leg-gen
ik leg bloot (... ik blootleg)
jij/u legt bloot (... jij blootlegt)
hij/zij legt bloot (... hij blootlegt)
wij/zij/jullie leggen bloot (... wij blootleggen)
ik/jij/u/hij/zij legde bloot (... ik blootlegde)
wij/zij/jullie legden bloot (... wij blootlegden)
hij heeft blootgelegd
de/het/een blootgelegde ....
Tegenstellingen
afdekken, bedekken, overdekken
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk