arriveren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ar-ri-ve-ren
1. na een reis ergens komen
♢ onze gast is zojuist gearriveerd
Regelmatig werkwoord: ar-ri-ve-ren
ik arriveer
jij/u arriveert
hij/zij arriveert
wij/zij/jullie arriveren
ik/jij/u/hij/zij arriveerde
wij/zij/jullie arriveerden
hij is gearriveerd
de/het/een gearriveerde ....
Synoniemen
aankomen
Tegenstellingen
heengaan, opbreken, smeren, vertrekken, weggaan, wegwezen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk